Binnen het samenwerkingsverband blijft het huidige onderwijsaanbod van het NKI-AVL en het UMC Utrecht behouden. De bestaande onderwijsactiviteiten van het NKI-AVL, met name oncologische stages voor geneeskundestudenten van het AMC, zijn integraal onderdeel van de samenwerking volgens de huidige afspraken. Voor het UMC Utrecht blijft de huidige bijdrage aan het universitaire onderwijs door (delen van) afdelingen die overgaan naar het samenwerkingsverband gehandhaafd zowel qua kwantiteit van de bijdrage als de kwaliteit van de docenten en begeleiders.

Voor longziekten betekent dit:

• Geneeskunde CRU: inzet hoorcollege,

werkgroepbegeleiding van het blok GZC II en begeleiding van coassistenten in het derde bachelorjaar en zesde masterjaar (ASAS). De oncologie op verpleegafdeling longziekten maakt deel uit van de coschappen, betreft perioperatieve zorg en nazorg/complicaties bij chemotherapie, en valt vooralsnog onder longziekten van het UMC Utrecht tot helderheid is over overheveling van de oncologische patiëntenzorg.

• Summa: blok Het Respiratoir Systeem: twee uur werkgroeponderwijs longoncologie en een deel pathologiepracticum.

De bijdrage bestaat uit de volgende

elementen:

• leveren van docenten en inhoudelijke

inbreng voor het onderwijs;

• leveren van een coördinator voor theoretisch blokonderwijs voor GZC III;

• begeleiding van coassistenten, ASAS en BSAS;

• begeleiding van honours-studenten tijdens individuele onderzoeksstages;

• begeleiding van studenten tijdens hun

wetenschappelijke stage;

• begeleiding van enkele bachelorstudenten door een tutor.

De op termijn af te sluiten SLA’s tussen AvL en UMC Utrecht concentreren zich op de drie hoofdthema’s diagnostiek, therapie en follow-up. Onder diagnostiek vallen policonsulten, lab- en beeldvormende verrichtingen), longfunctie inclusief ergometrie, bronchoscopiëen (inclusief EBUS). Onder therapie vallen perioperatieve begeleiding (inclusief operaties, nazorg en verpleging), chemotherapie en andere medicamenteuze therapie, endobronchiale therapie (laser, stents) wat op OK gebeurt. Ten slotte kunnen tot follow-up worden gerekend: polikliniek, diagnostiek en behandeling van complicaties tot en met terminale zorg.

Voor een duidelijke positionering en groei van de UMC Utrechtse long-

oncologische zorg voert de DH&L

overleg met RVE Oncologie en AvL

Amsterdam over vormgeving van de

regionale samenwerking met het

Antonius Ziekenhuis. Dit heeft gevolgen voor zowel de afdeling longziekten als de afdeling cardiothoracale chirurgie van de DH&L. De verwachting is dat het op

te stellen businessplan, waartoe het

initiatief bij AvL Amsterdam ligt, begin 2015 meer duidelijkheid biedt over de concrete uitwerking en het tijdspad.

Op het gebied van onderzoek en valorisatie wordt de samenwerking met de in 2014 opgerichte start up BV’s vanuit DH&L, Encare BV en Cart Tech BV, geformaliseerd.

In 2015 verwacht DH&L op het gebied van patiëntenzorg intensivering van de samenwerking met:

• Meander Medisch Centrum, op cardiologisch gebied, te formaliseren

in een nieuwe samenwerkingsovereenkomst.

• Diakonessenhuis waarbij verregaande samenwerking tussen

respectievelijk de maatschap Cardiologie Diakonessenhuis en de

vakgroep Cardiologie UMC Utrecht beoogd wordt.

• Radboud en Antoniusziekenhuis, voor samenwerking op het gebied van de GUCH (Grown Up Congenital Heartdisease) en voor de lateralisatie van de zorg over de samenwerkende centra.

Daarnaast wil de DH&L tot regionale transmurale afspraken komen met huisartsen, het Diakonessenhuis en het Antonius Ziekenhuis op het

gebied van COPD, cardiovasculair risicomanagement en postinfarct zorg.

De komst van het Prinses Máxima

Centrum heeft geen gevolgen voor de Divisie Hart & Longen.